Naleven van de verkeersregels
Naleven van de verkeersregels
De verkeersregels gelden natuurlijk ook voor fietsers: het is niet omdat je een zwakke weggebruiker bent, dat je overal voorrang hebt. Er zijn bovendien heel wat verkeersborden die betrekking hebben op fietsers.
Denk je dat je de regels kent? VAB ontwierp deze nuttige en toegankelijke test. Leuk om te doen en je kan er misschien nog wat van opsteken!Doe de test!
Een selectie van belangrijke tips geven we hieronder nog even mee:
Wat is je plaats op de weg? Op het fietspad natuurlijk! Maar wat als er geen fietspad is:
- dan moeten fietsers rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan
- worden er soms aan beide kanten fietssuggestiestroken aangebracht. Ze hebben een andere kleur dan de rijbaan en maken in tegenstelling tot een fietspad ook deel uit van de rijbaan. Dat impliceert dat andere bestuurders er ook mogen (en zelfs moeten) over rijden.
Wel een fietspad? Dan ben je verplicht om dit te gebruiken.
- Een fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
- Een fietspad kan aangeduid zijn door:
- een verkeersbord. Dat duidt meteen ook de rijrichting aan, meestal rechts. Alleen als het verkeersbord ook aan de andere kant staat, gaat het om een tweerichtingsfietspad dat ook links in de rijrichting gebruikt moet worden. Soms staat er ook een bord dat aanduidt dat fietsers aan de ene kant moeten rijden en voetgangers aan de andere moeten stappen. Zowel op het bord als op de straat zie je een scheidingslijn (kan ook door een andere kleur of ander materiaal op straat) om aan te geven wie waar hoort. Niet te verwarren met dat andere bord dat aangeeft dat een deel van de weg voorbehouden is voor fietsers en voetgangers. Daar delen ze de ruimte. De fietsers mogen de voetgangers niet in gevaar brengen.
- wegmarkeringen. Twee evenwijdige witte onderbroken strepen op het wegdek. In principe staat hier geen verkeersbord bij. Als het fietspad met onderbroken strepen is aangeduid, moet je het ook verplicht gebruiken, rechts in je rijrichting. Fietspaden die zo aangeduid zijn, zijn nooit tweerichtingsfietspaden.
- Voor een speed pedelec is het een beetje anders. De speed pedelec kan snelheden tot 45 km/u halen en een helm en rijbewijs (categorie AM) zijn verplicht! Dit soort fiets is dan ook gelijkgesteld met de bromfiets klasse B en heeft dezelfde plaats op de rijbaan en volgt dezelfde wegcode als de bromfiets klasse B. Dit betekent dat je met een speed pedelec geen toegang hebt tot voetgangerszones en speelstraten (tenzij je er woont).
Voorrang of geen voorrang?
- Op een kruispunt:
- de wegcode bepaalt dat elke bestuurder (fietser of andere) dubbel voorzichtig moet zijn om ongevallen te voorkomen bij een kruispunt;
- je mag andere weggebruikers niet in gevaar brengen. Ook al heb je voorrang, dat geeft je nog niet het recht om onbezonnen en zonder snelheid te minderen een kruispunt te benaderen.
- Fietspad dat over een kruispunt loopt (zonder verkeerslichten of voorrangsborden):
- op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) op het fietspad, ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
- Fietspad stopt:
- als een fietspad plots eindigt en overgaat naar de rijbaan, moeten achteropkomende bestuurders voorrang verlenen aan wie het fietspad verlaat en op de rijbaan komt.
- Oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers (zonder verkeerslichten) (herkenbaar aan twee parallelle onderbroken strepen, gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen)
- Als autobestuurder, motorrijder, vrachtwagenbestuurder,...
- mag je een oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers maar met matige snelheid naderen;
- moet je fietsers en bromfietsers die al aan het oversteken zijn op de oversteekplaats, veilig laten oversteken zonder dat ze moeten versnellen. Indien nodig moet je stoppen;
- mag je geen andere voertuigen inhalen die een oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers naderen of ervoor stoppen;
- mag je geen oversteekplaats voor fietsers oprijden als de kans bestaat dat je erop moet stoppen (bv. door belemmerd verkeer of file).
- Als fietser... mag je je alleen maar voorzichtig op een oversteekplaats begeven, en moet je rekening houden met de naderende voertuigen. Andere bestuurders zijn niet verplicht om jou voorrang te verlenen als je op een fietsoversteekplaats wil oversteken, hou daar rekening mee!
- Als autobestuurder, motorrijder, vrachtwagenbestuurder,...
- Een zebrapad (zonder verkeerslichten) mag je als fietser:
- gebruiken om over te steken, maar in tegenstelling tot voetgangers heb je er geen specifieke rechten. Andere bestuurders zijn dus niet verplicht om jou voorrang te verlenen als je al fietsend op het zebrapad wil oversteken, hou daar rekening mee!
- terwijl je je fiets aan de hand hebt oversteken. Je bent dan ook een voetganger en naderende bestuurders moeten jou voorrang verlenen bij het oversteken of als je op het punt staat om over te steken.
- Oversteekplaatsen die op een andere manier zijn aangeduid (enkele witte stippellijn, symbool van een fiets op het wegdek, gekleurde rode of bruine strook,…) hebben op zich geen wettelijke waarde en zeggen dus niets over de geldende voorrangsregeling. Ze zijn enkel bedoeld om de fietser over het kruispunt te geleiden en de andere bestuurders attent te maken op de mogelijke aanwezigheid van fietsers. Als fietser hou je je aan de voorrangsregeling die ter plaatse is aangeduid met verkeersborden (vaak ondersteund door markeringen op de weg, bijvoorbeeld haaientanden of een stopstreep).